naar Gerry's homepage

Terug naar index <=> Verder naar volgende

Jan Wullink: veelzijdig en snel

Een afspraak met Jan is snel gemaakt, want Jan blijkt sinds kort bij de loopschoenenwinkel van Han Vaalt te werken. En Step-One zit bij mij om de hoek. Op een rustige donderdag kan Jan tussen de middag wel een uurtje vrij maken om te praten over zijn sportieve ervaringen.

Als ik de afspraak maak, draagt Jan een rood bandje om zijn pols. Het is niet een van die modieuze bandjes in alle kleuren die je tegenwoordig zoveel ziet. Er staat 'Athlete' op en laat zien dat Jan onlangs meedeed aan een prestigieuze wedstrijd. Een heuse Ironman, een lange triatlon dus, in Klagenfurt, Oostenrijk. Op 3 juli startte Jan daar voor 3,8km zwemmen, 180km fietsen en 42.2 km lopen. Hij deed er 10.37.30 over en genoot van elke minuut. "De ambiance van zo'n wedstrijd is niet te vergelijken met een triatlon in Nederland. Zóveel sfeer, zóveel mensen langs de kant die je voortdurend aanmoedigen, dat kennen we hier niet." Hij had er niet speciaal veel voor getraind en was de wedstrijd ontspannen in gegaan. Voorheen speelde zijn maag nog wel eens op bij lange wedstrijden en moest hij overgeven "Ik heb dit keer mijn maag de graadmeter laten zijn, als die niet goed voelde, deed ik het meteen wat rustiger aan." Die tactiek maakte dat hij deze keer geen problemen kreeg met het binnenhouden van voedsel en ontspannen de wedstrijd kon uitlopen. "Ik deed meer dan vier uur over de afsluitende marathon, maar dat interesseerde mij niet. Ik wilde een mooie wedstrijd beleven en dat is gelukt." Eigenlijk was hij niet van plan om aan zo'n zware wedstrijd mee te doen want hij had de laatste tijd weinig tijd om te trainen. Maar zijn vriendin Saskia (Bekhuis) wilde graag op vakantie naar de streek rond Klagenfurt en er bleek net rond die tijd een Ironman te zijn. "Ach, en toen heb ik me maar ingeschreven."

Lang geleden, op zijn zestiende om precies te zijn, mocht Jan van zijn ouders kiezen wat hij voor zijn verjaardag wilde hebben: een brommer of een racefiets. Het werd een racefiets. Jan lacht: "Ik kreeg er eentje met spatbordjes voor en achter, nou, die waren er binnen een week af!" Hij had daarvoor nooit aan sport gedaan: "Ik ben opgegroeid op een boerderij en we hadden helemaal geen tijd om aan sport te doen, mijn ouders niet, mijn zus niet en ik ook niet. Ja, ik fietste elke dag op en neer naar school, 15 kilometer heen en 15 kilometer terug, en natuurlijk deden we onderling dan wel eens wedstrijdjes, maar sport, nee, dat kenden we niet." Met de nieuwe racefiets maakte hij toertochtjes in de omgeving. En ook begon hij met hardlopen. "Ik kocht een paar adidas-schoenen en daarop liep ik rondjes rond de schuur." Wat later breidde hij dat uit tot een 'ronde Brink', een rondje van zo'n 5 kilometer. "Zoals elke beginner liep ik dat dan zo snel mogelijk. En alleen in de winter, want in de zomer fietste ik."

Op zijn 18e werd het fietsen steeds serieuzer. Hij ging meer trainen, werd lid van een wielerclub, kreeg een licentie en ging wedstrijden fietsen. "Rondjes rond de kerk, je kent dat wel." Bij een volgende club ging hij ook in het buitenland fietsen. "Onze ploegleider zocht leuke wedstrijden voor ons uit in het buitenland. Startgeld, hotels, alles was dan perfect geregeld." Het bracht hem in landen als Duitsland, Zwitserland, Denemarken. Jan schiet in de lach: "We reden in Denemarken eens mee in een koers die de belangrijkste wedstrijd van het land bleek te zijn. Alle groten van die tijd deden mee. Het parcours voerde over een lang onverhard stuk waar alle auto's van de ploegleiders niet overheen konden. De oplossing was om de diverse ploegen twee aan twee aan elkaar te koppelen. Wij werden gekoppeld aan Motorola, de ploeg van Lance Armstrong. Fantastisch was dat, vooral voor onze ploegleider, die had de dag van zijn leven!"

Zijn eerste loopwedstrijdje was eigenlijk maar een tussendoortje. Het was in Gaanderen, de Argoloop. Zonder enige looptraining, maar natuurlijk wel met al die jaren fietsen in de benen, liep hij een 5 kilometer. Hij liep er een verrassend scherpe tijd: 17 minuten en.30 seconden. "Ik had wel meteen al mijn spieren in de vernieling gelopen, en mijn achillespees vond het ook maar niets", vertelt hij. Maar de toon was gezet, het lopen zou hij erbij blijven doen. Hij ontdekte de Run Bike Run en de diverse regionale loopjes, al deed hij dergelijke wedstrijden alleen in de winter en puur recreatief. Het fietsen bleef zijn belangrijkste sport, tot hij verhuisde naar Zwolle en daar lid werd van PEC Zwolle, de plaatselijke atletiekvereniging. "Ik werd toen wat fanatieker en liep ook wel eens in de zomer een wedstrijd. Het wielrennen werd langzaam minder belangrijk. Je wordt wat ouder en je gaat meer nadenken. Je weet uit ervaring dat je als fietser regelmatig tegen het asfalt gaat, ik ben ook vaak genoeg gevallen. Alles kapot, blessures, een tijd uit de running, het hoort erbij." Maar er speelde meer mee. Jan: "In al die jaren dat ik fietste, heb ik nooit echt wat gewonnen. Ik ben geen sprinter, ik kan lang meekomen, ook wel in de voorhoede, maar het was altijd iemand anders, meestal een sterkere sprinter, die er met de eer vandoor ging."

Hij deed steeds vaker mee aan Run Bike Runs, waar hij al snel bij de landelijke subtop hoorde. Het leverde hem nog iets op: hij leerde er zijn vriendin Saskia, eveneens een getalenteerd duatlete, kennen. "We kwamen elkaar in Tubbergen tegen, bij de Run Bike Run. Ik kende haar van afstand, ze was ook lid van PEC Zwolle." Grinnikend: "We bleken ook nog eens in het zelfde huis te wonen, alleen op een andere verdieping en met beiden een andere ingang. We spraken af om voortaan samen op de fiets naar de trainingen te gaan. Nou ja, en zo kwam van het een het ander." Saskia deed aan triatlons, en Jan besloot zich daar ook eens aan te wagen. "Voor mij was er maar één triatlon in Nederland en dat was die van Almere. Dus wilde ik daar aan mee doen." Maar dan moest hij zich er wel eerst voor kwalificeren, en dat kon alleen op de halve afstand. Lachend: "Uiteindelijk werd mijn eerste triatlon een achtste triatlon." Maar die hele afstand kwam er natuurlijk wel. In 1997 deed hij voor het eerst mee in Almere, en twee jaar later stond hij er weer aan de start. Hij liep ze uit, maar ging daarbij zo diep dat hij beide keren na afloop geblesseerd was. Het waren drukke jaren, Saskia en hij deden elk weekend wel ergens mee aan een evenement. Wielerwedstrijden, loopjes, duatlons en triatlons, soms twee in een weekend en soms zelfs twee op een dag. Jan herinnert zich dat hij meedeed aan een loopje in Hattem en daarna meteen doorreed naar een wielerkoers in Deventer. "Halverwege de koers kwam ik erachter dat ik was vergeten om tussendoor te eten. Nou, dat heb ik gemerkt, ik kwam aan het eind bijna niet meer vooruit!" In zijn geboorteplaats Hengelo (Gelderland) deed hij eens mee aan een hardloopwedstrijd om meteen daarna te starten in de wielerwedstrijd. De mensen aan de kant die hem allemaal wel kenden, keken hun ogen uit. "Bij het loopje hadden ze me wel herkend: 'Kijk, daar gaat Jan!' Zagen ze me even later bij de wielerwedstrijd weer voorbij komen! Ja, dat was leuk." Om er meteen relativerend aan toe te voegen: "De doorgewinterde wielrenners vonden het natuurlijk maar niks. 'Als je niet zo hard had gelopen, had je nu harder gefietst' zeiden ze."

Hij haalde met zijn prestaties regelmatig de krant. Maar het meest bekend werd hij in Zwolle en omstreken door een keer bij een ATB-run-wedstrijd tweede te worden. Jan vertelt: 'Er was een massastart met de ATB's, maar ik lag al snel op kop. Maar op een gegeven moment werd ik de verkeerde kant op gestuurd. Lag ik meteen een stuk achter. Ik kon met het lopen nog wel wat goedmaken, maar ik kon de koploper niet meer inhalen. Een verslaggever van de Zwolse Courant kreeg er lucht van en plaatste een lang verhaal in de krant." Maar daar bleef het niet bij. Jan: "De krant had in die tijd de rubriek 'De uitglijder van de week'. Nou, dat werd ik dus die week. En wat denk je? Een week later bleek dat de striptekenaar van de krant het zo'n mooi verhaal vond, dat-ie er een strip van maakte! Ik deed al jaren mee aan wedstrijden, maar in al die tijd had ik nog nooit zoveel exposure gehad als toen."

Jan werkte in Zwolle bij een interieurbedrijf en wilde wel eens wat anders. Hij ging de automatisering in en dat betekende solliciteren. Hij stuurde brieven naar Zwolle, Hengelo en Arnhem en wachtte af wat het lot hem brengen zou. En dat werd een baan in Hengelo. Jan bleef de eerste tijd in Zwolle wonen en de looptraining bij PEC schoot er al snel bij in. Hij wilde wel graag blijven lopen, zocht een atletiekvereniging in Twente en kwam zo bij Laac terecht. "Het was leuk dat ik daar Guido Gosselink weer tegenkwam, ook een triatleet en daarbij ook afkomstig uit dat andere Hengelo." In die tijd besloot Jan om voor zijn eerste marathon te gaan trainen. "Als ik minder tijd heb om te trainen, dan is het voor mij het goede moment om een marathon te lopen." Dat lijkt tegenstrijdig, maar voor Jan is dat het niet. "Lange duurlopen doen dat lukt altijd wel. Maar het snelle werk, dat lukt dan vaak niet." Hij overnachtte regelmatig bij de ouders van Saskia, vanuit zijn werk zo'n 28 kilometer lopen. Langere duurlopen deed hij niet. En dat heeft hij geweten. "Ik deed mee aan de Midwintermarathon in Apeldoorn. Een tijd van 2.40/2.50 moest wel lukken, ik had per slot een pr staan van 1.14 op de halve. Ik liep met een groepje mee en halverwege kwamen we door in 1.20. Dat ging goed! Maar na de passage op 28 kilometer, je gaat dan rechtdoor waar de mensen van de Asselronde finishen, was het over en uit, het ging niet meer. Lopend en dribbelend werd het nog 3:05, maar tevreden was ik niet." Het zat hem niet lekker en hij besloot vijf weken later weer een marathon te proberen. Het werd de DrentsFriese Woldmarathon in Diever. Dat ging beter, hij liep er tien minuten sneller en werd er vijfde overall.

Jans staat van dienst is indrukwekkend. Behalve ontelbare loopjes, wielerwedstrijden, tri- en duatlons stond hij twee keer aan de start in Almere, deed hij twee keer mee aan een Ironman, twee keer aan de wintertriatlon in Assen en fietste hij drie keer de Marmotte, waarvan één keer op zijn tandvlees omdat het ijzig koud was. Hij had die dag slechts een hemdje en een korte broek aan, een groot deel van de deelnemers haalde die dag de finish niet, maar Jan ging door, afstappen kwam niet in hem op. Ook niet toen hij erachter kwam dat hij door de kou al zijn eten en drinken bij een bevoorradingspost náást zijn zakken had gestopt in plaats van erin. Ook niet hij tot twee keer toe lekreed. En zelfs niet toen zijn derailleur uit elkaar spatte.

Met die mentaliteit kun je ook de Ironmans aan. Zeker als je besluit, zoals Jan, om voortaan vooral te genieten onderweg. En dat is hij vast van plan om de komende jaren te blijven doen. Voor 2006 staat er een verhuizing op stapel, dan heeft hij weinig tijd voor training en wedstrijden. Maar voor 2007 staat zijn planning al vast: dan gaat hij weer naar Klagenfurt. "Het is zo'n geweldige wedstrijd, dat zou iedereen eens mee moeten maken. En als het aan mij ligt gaat er een bus vol uit Twente mee!"


This page is linked to the home page of Gerry Visser