naar Gerry's homepage

Terug naar index <=> Verder naar volgende

Gerda Scholten: "Lopen geeft zoveel energie!"

"Je kunt ons huis herkennen aan een paard in de tuin", zei Gerda bij het maken van de afspraak, en toen ik over de Voortmors in Weerselo aan kwam rijden, begreep ik meteen wat ze bedoelde. In de voortuin staat een mooi wit paard dat je niet over het hoofd kan zien. Maar als je bij de familie Scholten binnenkomt, zie je in de achtertuin nog meer paarden. En dan geen paarden voor de sier, maar echte, snuivende dieren. Een uit de hand gelopen hobby van de familie, zoals het hardlopen een uit de hand gelopen hobby van Gerda werd.

In september liep Gerda in Berlijn de marathon, samen met een groot aantal mede Laac-ers. Het was haar vijfde marathon. In de jaren negentig liep ze er al vier, allemaal in Enschede. "Ik wilde het gewoon nog een keer proberen", vertelt Gerda, "en het was natuurlijk een mooi uitje, zo samen met allemaal Laac-ers. Ik heb er geen spijt van gekregen, integendeel, de training voor Berlijn verliep fantastisch en ik kreeg weer helemaal de oude smaak te pakken!" Ze deed veel lange duurlopen samen met Carla Blokhuis en Jacoline Huiskes, en dat beviel goed. "Om de beurt startten we bij iemand anders, waardoor we heel afwisselende parcoursen liepen". De marathon viel haar enorm mee en haar eindtijd werd een keurige 3:58:18. "En weet je wat mij helemaal verbaasde? Dat ik de tweede helft sneller kon lopen dan de eerste helft. Dat had ik nog nooit gedaan, ik wist niet dat ik dat kon!" Ze voelde dit keer geen enkele druk, en liep de marathon puur op gevoel. "Ik wist dat ik goed had getraind en ik had er alle vertrouwen in. Heerlijk om zo ontspannen te kunnen lopen!"

Maar laten we bij het begin beginnen. Gerda moet even nadenken als ik vraag wanneer ze begon met hardlopen. "Dat was halverwege de jaren tachtig", vertelt ze, "we gingen toen met een groepje huisvrouwen een rondje rond Weerselo lopen, langs 't Stift. We dronken wel eens koffie samen en op een gegeven moment viel het woord 'hardlopen'. Nou, dat moesten we maar eens gaan doen!

De dames startten vol enthousiasme en staken daarmee ook hun echtgenoten aan. Gerda lacht: "De mannen hielden het al na veertien dagen voor gezien, maar de vrouwen liepen door!" Gerda had in die tijd een jong gezin en werkte er ook bij. "Ik begon er heel voorzichtig mee, alle gewone dingen moesten natuurlijk wel doorgaan, en het gezin en het werk gingen altijd voor." Na een poosje waren er nog twee vrouwen over en werd het rondje vergroot. Gerda vond het heerlijk om te doen en toen gymleraar Gerard Wessels in het dorp een loopgroepje begon, meldde ze zich meteen aan. "Ik was er altijd, ik was heel plichtsgetrouw, maar ik vond het dan ook geweldig leuk.

Ze heeft in totaal zo'n jaar of drie bij het loopgroepje gelopen. Ook begon ze eens hier en daar 5 kilometer-wedstrijdjes te lopen, haar eerste in 1986, een thuiswedstrijd in Weerselo. Ze werd er meteen eerste vrouw, in een tijd van zo'n 25 minuten. Ze had talent voor lopen, dat bleek, maar lid worden van een 'echte' atletiekvereniging en gaan trainen op de baan, dat was geen optie. "Ik had de kinderen, mijn werk, dan kon ik toch niet zomaar 's avonds met andere mannen op pad om te gaan lopen op de baan, nee, daar was toen geen sprake van!

Ze trainde regelmatig samen Diny Deterd en verlegde haar grenzen naar de tien kilometer. In 1988 liep ze haar eerste 15 kilometer en op advies van Gerard Wessels ging ze in het voorjaar van 1989 trainen voor de halve marathon. De training liep zo voorspoedig dat ze in Geesteren maar eens 'op de proef' een halve marathon ging proberen. Die eerste ging al meteen in 1 uur en 36 minuten en een maand later finishte ze in de 'echte' wedstrijd, de halve marathon van MPM, in 1 uur en 33 minuten. "Fantastisch om binnen te komen in het stadion, en helemaal mooi was dat ik er derde werd en dus op het podium kwam."

Tijdens de HogeLageTorenloop van dat jaar besloot ze toch maar eens lid te worden van een atletiekvereniging, en dat werd Laac Twente. In het najaar ging ze op aanraden van Ep de Vries meedoen aan crosslopen in de omgeving. "Hij zei dat je er sterker van werd, en daar had hij helemaal gelijk in." Gerda was inmiddels helemaal gegrepen door het lopen. "Het geeft je zoveel energie! Tijdens het lopen denk je eigenlijk aan niets, maar eenmaal thuis gaan bij mij de gedachten groeien en bloeien. Het helpt me om veel dagelijkse dingen positief te benaderen, en je zakt niet weg als het allemaal eens wat minder gaat.

In 1995 liep ze haar snelste halve marathon tijdens de Koninginneloop in Ootmarsum. Ze liep er een knappe 1:28:30 en ze heeft het krantenartikel, met een fraaie foto van Tonnie Bruns (die bij de mannen won) altijd bewaard. Ze trainde in die tijd één keer per week in de groep van Gerrit Telgenhof. De rest van de tijd trainde ze voor zichzelf, of nam ze rust: "Ik maakte helemaal niet zoveel kilometers per week, dat hoefde ik niet en daar had ik ook geen tijd voor.

Een ander Laac-lid, Ben Heerink, zag Diny en Gerda op de baan trainen en zei: "Jullie zijn zo fanatiek aan het trainen, op deze manier kun je best een marathon aan!" Ben zorgde voor een schema uit Runner's World en adviseerde haar welke wedstrijden ze het beste kon gaan lopen in de voorbereiding. Gerda liep haar eerste marathon in 1996 en finishte net boven de 3 en een half uur, goed voor een eerste plaats bij de vrouwen van boven de veertig. Een tweede hoogtepunt dat jaar was het wereldkampioenschap 25 kilometer voor veteranen in Brugge. Ze ging er naar toe samen met Laac-dames Maaike Sytsema en Jacoline Huiskes. Koos Sytsema chauffeerde, en de dames deden het prima, Gerda werd 16e in haar categorie. Gerda: "En wat denk je? Geen Laac-heer te vinden die meedeed, het waren weer eens de dames die zoiets ondernamen!

De marathon bleef een vaste plaats innemen in het loopprogramma van Gerda. Ze zou nog drie keer meedoen in Twente, in '97, '98 en '99. Die van '97 werd haar snelste in 3:29:48, die van '99 haar meest memorabele. "Ik had goed getraind, wel eens wat kramp gehad, maar dat stelde niets voor. In '99 liepen we van Enschede naar Hengelo en terug, en vervolgens op en neer naar Gronau. Het ging de eerste helft prima, maar in Glanerbrug kreeg ik kramp. Iedere keer als ik aanzette, begon het weer. Ik ben in Gronau maar gaan wandelen, ik dacht dat het helemaal over was. Maar toen Huub van Langen mij voorbijliep riep hij: "Doorlopen, je krijgt spijt als je stopt! Het kan nog lukken hoor, finishen binnen de vier uur!" Ik ben uiteindelijk voorzichtig doorgelopen. Jacoline kwam bij mij fietsen en ik vond mijn ritme weer terug. Huub kreeg gelijk, ik kwam over de streep in 3:59:25, dat was inderdaad nog binnen de vier uur!" Ze was na afloop helemaal niet kapot, maar besloot wel het lopen een tijdje op een lager pitje te zetten. "De jongens waren tieners, en ik wilde niet langer elke avond weg zijn, ik wilde er zijn als zij ook thuis waren. En daarbij had ik het lopen wel even gezien, ik had alle mogelijke wedstrijden in de omgeving gelopen, ik vond het wel goed."

Maar in de loop van 2001 begon het toch te kriebelen en Gerda startte voorzichtig weer met trainen. In 2002 deed ze mee aan de Kemveldloop in Tilligte, en ze wist meteen waarom ze het lopen zo leuk vond. "Het voelde voor mij als thuiskomen, het was een soort reunie. Ik voelde me weer helemaal welkom in de lopers-wereld!"

Er was wel iets veranderd: "De druk was eraf, ik hoefde niet meer zo nodig snelle tijden te lopen." Gerda loopt tegenwoordig veel minder wedstrijden dan vroeger, maar beleeft er evenveel plezier aan. Met als hoogtepunt van dit jaar natuurlijk Berlijn. Als het aan Gerda ligt, was het zeker niet haar laatste marathon. In januari wil ze samen met Carla en Jacoline meedoen aan de Apeldoornse Minimarathon en dan ziet ze wel wat het verder wordt. "Misschien zoek ik een leuke najaarsmarathon uit, ik zie het wel. Zo lang het maar leuk blijft"


This page is linked to the home page of Gerry Visser