naar Gerry's homepage

Terug naar index <=> Verder naar volgende

Hans Gerritsen: van de ene verslaving naar de andere

In de zomer van 2002 neemt Hans een beslissing die verstrekkende gevolgen zal hebben. Om eindelijk van zijn rookverslaving af te komen, trekt hij de loopschoenen aan. Hij is al jaren bezig om te stoppen met roken, maar het wil niet lukken. "Ik rookte jarenlang als een ketter, en ik had van alles geprobeerd. Misschien helpt het om te gaan lopen, dacht ik. Al snel dacht ik precies het omgekeerde. Ik moet wel stoppen met roken, want dan gaat het lopen beter!"

"Ik denk niet dat je aan twee A4-tjes genoeg hebt!" zegt Hans als ik hem vraag om deze keer de Loopster te worden. Ook al loopt Hans nog maar relatief kort, hij heeft inmiddels al heel wat ervaring en hij vertelt er graag over. Het is moeilijk te geloven dat dezelfde Hans tien jaar geleden nog een ware kroegtijger is, die stevig drinkt, slecht eet, niet aan sport doet en de ene sigaret na de andere rookt. Hans vertelt: "Het was een periode van veel stappen en veel vrijheid. Het was een mooie tijd, dat zeker." Lachend: "Maar het duurde bij mij wel vrij lang! De meesten houden het na een paar jaar voor gezien, ik ging vijftien jaar door. Als ik eerlijk ben, voelde ik me in die tijd best slecht. En ik realiseerde me drommels goed dat ik, als ik zo door zou gaan, niet erg oud zou worden." En dus is het tijd voor een radicale ommezwaai.

Hans besluit minder te gaan roken, minder te drinken en te gaan lopen. En dat weet hij vol te houden. Het gaat zo goed dat hij in september 2002 klaar is voor zijn eerste wedstrijd, de Singelloop, als inwoner van Enschede voor hem een thuiswedstrijd. Na 43 minuten zitten de acht kilometer erop. Hans blikt terug: "Het was verschrikkelijk! De laatste kilometers waren ontzettend zwaar, ik ben heel wat keren dood gegaan en ik wilde niets liever dan stoppen. Maar bij de finish wachtte een fantastische beloning: een kameraad van mij stond daar met een blikje bier en een sigaret. Hij vond dat ik die wel had verdiend!"

Een half jaar later is Hans klaar voor de halve marathon. Hoewel, klaar, hij heeft tot op dat moment nog nooit verder gelopen dan tien Engelse Mijl. Die laatste kilometers zullen wel lukken, hoopt hij. "Als je bij de Miro bent, dan is het niet meer ver, dacht ik". Dat blijkt een vergissing. "Wat was het toen nog ver! Ik ben helemaal kapot gegaan, het werd een lijdensweg en ik heb nog nooit zo afgezien." Het resulteert in een tijd van 2 uur en zes minuten. Ook al is hij best trots dat hij de afstand heeft gelopen, Hans beseft dat hij veel beter kan.

"Mijn ultieme doel was een tijd van 1 uur 45 op de halve marathon. Gelukkig had ik een buurman die me er wel bij wilde helpen. Hij trainde al heel lang bij Laac, had veel kennis en ervaring en was voor mij een prima trainingsmaatje". De gezamenlijke trainingen betalen zich al snel terug. Drie maanden later loopt Hans al 1:51 in Dalfsen, en kort daarna bij de Halve van Laac zelfs 1:48. Hans krijgt er steeds meer zin in, traint lekker door met de buurman en loopt heel wat wedstrijdjes in de omgeving. "Mijn buurman was in die tijd net wat sneller, daar kon ik me mooi op richten. We liepen zo'n drie keer in de week. Hij legde me uit wat loopscholing was, we deden fartlek- en intervaltrainingen, en ik ging met sprongen vooruit".

De streeftijd van 1:45 op de halve wordt met gemak gehaald en al snel loopt Hans zelfs onder de 1:40. "Ik voelde me al lang niet meer de recreant die ergens achterin mee hobbelt, ik was een heuse loper geworden."

Het kan niet uitblijven, de marathon komt in beeld. Hans weet dat hij het nu serieuzer aan moet pakken en hij wordt lid van Laac. "Ik kende Herman Holterman al, ik kwam hem vaak tegen bij loopjes. Ik sloot me aan bij de groep van Paul, met lopers zoals Jon en Alwie die aan het trainen waren voor Rotterdam. Op dinsdag lange intervals, op donderdag trainde ik vaak voor mijzelf en in het weekend deden we de lange duurlopen rond Deurningen". De voorbereidingen gaan allemaal uitstekend. In Diever loopt Hans in april ontspannen een 30 kilometer in 2 uur 24 en een marathontijd van 3:30 lijkt makkelijk haalbaar.

Op 8 mei 2005 gaat het onder leiding van trainer Paul aan het begin allemaal perfect, ondanks een paar fikse hagelbuien in Gronau. Maar in Lonneker beginnen de problemen. Hans vertelt: "In Lonneker miste ik mijn verversingspost en dat gaf me vooral mentaal een dreun. Op 28 kilometer moest ik de groep laten gaan en de laatste 14 kilometer werden weer een lijdensweg. Mijn ouders wonen in Zuid, en toen ik daar langs liep heb ik serieus overwogen om uit te stappen en lekker onder de douche te gaan staan. Maar op een gegeven moment zag ik mijn kameraad langs het parcours staan, dezelfde als die van de Singelloop. Dit keer had hij geen sigaretten of bier bij zich, maar sportdrank en een gelletje. 'Jij fietst met me mee!' zei ik, en dat heeft hij gedaan, ook al viel hij regelmatig bijna van de fiets omdat het zo langzaam ging. Achteraf ben ik heel blij dat ik ben doorgegaan, want ik finishte in 3:49, tot nu toe mijn snelste marathon ooit!"

Hans leert ervan dat een marathon héél ver is, en daarom onvoorspelbaar blijft. Er kan immers van alles gebeuren onderweg. Maar het smaakt naar meer, en twee dagen na de Twente Marathon schrijft hij zich in voor Berlijn.

Ondertussen is Hans toegetreden tot de redactie van de Duurloper. Hans is opgeleid als beeldend kunstenaar, en ook al verdient hij zijn boterham voornamelijk bij TNT, hij wil ook graag creatief bezig zijn. Hij begint een tweetal studies Webdesign en DTP, en kan daarnaast bij Laac al zijn creativiteit loslaten op het clubblad. "En weet je, tijdens het lopen krijg ik vaak de meest waanzinnige ideeën. Zodra ik thuis kom schrijf ik ze meteen op. Lopen stimuleert de creativiteit, het is heel inspirerend om buiten te lopen, juist ook wanneer je in je eentje loopt."

Ondanks de drukte van werk, gezin en studie verloopt de voorbereiding voor Berlijn voorspoedig. De halve marathons gaan steeds sneller en in Zwolle loopt Hans zijn snelste halve ooit, laag in de 1:30, ondanks een verkeerd paar sokken in de tas. "Ik pakte mijn spullen uit de tas, en hield niet mijn mooie Hema-loopsokken in de hand, maar een paar Spongebob sokken van mijn zoon, maat 26… Gelukkig kon ik een paar dunne wielrensokjes lenen van Gerard Grobbink, ik ben hem daar nog dankbaar voor!"

Maar… na Zwolle blijkt dat Hans wel wat veel heeft gedaan. "Het werd een beetje gedoe, puur overbelasting. Ik kreeg een slijmbeursontsteking in de heup, de bovenbenen deden moeilijk, iets met de hamstrings…niet optimaal allemaal." Het zou een fantastisch Berlijn-weekend niet in de weg staan, het is een meer dan geslaagd Laac-uitje. Maar het wordt geen supermarathon, ook al gaat Hans optimistisch weg op een schema van 3:30. Nuchter vertelt hij: "Het licht ging al uit bij de 26 kilometer, en dat is natuurlijk veel te vroeg. Ik dacht 'dan niet' en ben maar gewoon gaan genieten van de stad, het parcours en de mensen." Hij finisht in een tijd van net boven de vier uur. "Het maakte me niet zoveel uit, ik had een leuk weekend, en dat was het belangrijkste!"

Na Berlijn gaat het al snel weer beter en Hans loopt op de kortere afstanden het ene pr na het andere. En de volgende marathon wordt gepland: Keulen. De voorbereiding gaat perfect, en dit keer houdt Hans het langer vol. Tot de 36 kilometer lopen haas Paul en hij keurig op een schema van 3:40. Maar dan slaat de man met de hamer weer eens toe en Hans moet wandelen. "En tot overmaat van ramp kreeg ik bij de 40 kilometer kramp, en bij de 41 kilometer nog eens een keer." De eindtijd van 3:50 stelt teleur, maar de goede sfeer onderling en rond de marathon maakt veel goed. "Ik heb voor het eerst echt kunnen genieten van het lopen en van het publiek. Keulen is een fantastische marathon, er staat heel veel volk langs de kant en omdat je in een soort stervorm loopt, kom je telkens weer terug bij het centrum van de stad."

Soms komt Hans nog wel eens mensen tegen uit zijn vorige leven. En soms zijn dat verrassende ontmoetingen. "In de tijd dat ik drie dagen per week aan de bar zat, zat Marcel Wilpe vaak naast me. Op een gegeven moment verloor ik hem uit het oog, tot ik hem na tien jaar opeens tegen kwam bij Avanti. We bleken beiden met lopen te zijn begonnen, en daarbij ook nog eens bij elkaar om de hoek te wonen. Inmiddels is Marcel ook lid geworden van Laac en hebben we al heel wat kilometers samen getraind."

Komend voorjaar loopt Hans - evenals Marcel - Rotterdam. Het zal zijn vierde marathon worden. En dit keer wil hij proberen de fouten die hij eerder maakte te voorkomen. "Ik weet nu dat het heel zwaar gaat worden, dat het afzien wordt, daar stel ik me op in. Als het in de training goed gaat, vergeet je dat nog wel eens. En verder weet ik dat ik voldoende moet drinken onderweg, vooral sportdrank. Dan moet ik die man met de hamer op afstand kunnen houden!"


This page is linked to the home page of Gerry Visser