naar Gerry's homepage

Terug naar index <=> Verder naar volgende

Hazen in Rotterdam

Zondag 9 april 2006

Het levert steevast commentaar op, die dansende ballonnetjes boven ons hoofd. "Dat loopt zeker een stuk lichter!" en "Pas op dat je niet wegvliegt!". Na zes jaar pacen weet ik wel beter. Nee, het loopt niet lichter en het loopt niet zwaarder, en je gaat er zeker niet van vliegen. Zo'n ballon betekent alleen maar extra verantwoordelijkheid. Medepacer Jack en ik zijn degenen die een grote groep lopers in Rotterdam naar hun droomtijd moeten brengen. Dit jaar is dat vier uur en een kwartier, en dat betekent precies zes minuten per kilometer.

We verzamelen bij het Hilton hotel. De lopers weten ons te vinden en komen ons de hand schudden. Ik probeer wat namen op te slaan, maar weet dat ik de mensen vooral zal onthouden aan hun kleding en aan hun loopstijl. Er zijn heel wat debutanten bij die nogal nerveus zijn. Hebben ze voldoende gedaan? Hebben ze de juiste kleding aan? Hebben ze voldoende ontbeten? Het zal de komende uren allemaal duidelijk worden. Ik probeer ze moed in te spreken. Als je je schema hebt gevolgd, dan moet het goed gaan. Wanneer je langste duurloop 34 kilometer was, dan loop je die laatste acht ook wel. En als je onderweg goed drinkt, vooral sportdrank, dan houd je die man met de hamer ongetwijfeld op afstand.

Vijf minuten voor de start zien we in de verte Lee Towers omhoog komen op een hoogwerker. "You'll never walk alone!", klinkt het over de Coolsingel. Je hoeft geen fan van de man te zijn om het toch indrukwekkend te vinden. Dan gaat het kanon af, de wedstrijd is begonnen.

We schuifelen met de groep richting startstreep, en na een kleine vijf minuten druk ik mijn klokje in. De eerste kilometer is fantastisch, we worden van alle kanten toegejuicht en lopen in een stralende zon over de Erasmusbrug. Jack en ik missen het eerste kilometerpunt, maar dat is niet erg, we voelen dat het tempo wel goed zit. En inderdaad, bij de tweede kilometer klokken we precies 12 minuten. We halen de 4:30-groep met de gele ballonnen in en al snel komt de eerste drankpost.

Een paar dames maken zich zorgen over het plassen onderweg. "Bij de tien kilometer zoek ik wel een plekje uit, ik moet ook altijd", zo stel ik ze gerust. Als we voorbij de tweede drankpost zijn, zie ik links van de weg een prachtig grasveldje achter wat bomen. We laten ons met z'n achten in een kringetje zakken, en de voorbijkomende lopers kunnen er wel om lachen. Opgelucht lopen we langzaam weer naar de groep toe, vooral niet sprinten nu, de marathon duurt nog lang genoeg.

Het parcours is dit jaar veranderd, het deel door Zuid is langer geworden en rond de Kralingse Plas lopen we andersom. Het zou hierdoor sneller zijn geworden. Dat geldt misschien voor de toppers, maar voor ons is er weinig voordeel te halen. De wegen zijn smaller geworden, zo lijkt het, en zo nu en dan moeten we opletten dat we elkaar niet ondersteboven lopen.

Het publiek is niet overal even enthousiast, maar ik blijf vrolijk zwaaien. Het lijkt soms wel of wij er voor de toeschouwers zijn, en niet andersom. Gelukkig zijn er ook toeschouwers die begrijpen dat we best wat ondersteuning kunnen gebruiken. "Kom op meissie!", klinkt het tegen mij, en "Houd vol jongens, blijf die ballonnen volgen!" tegen de groep. Herman, een lange loper, krijgt de meeste aanmoedigingen. Hij heeft blijkbaar heel wat vrienden langs het parcours.

Als we de Erasmusbrug voor de tweede keer overgaan, zit tweederde van de marathon erop. De groep is nog redelijk intact. Tussen nu en de volgende vijf kilometer zal hij uiteenvallen, is onze ervaring. Bij het 30-kilometerpunt zien we aan de andere kant van de weg de snelle lopers op weg naar de finish. Ook 3:15-pacer Edwin komt voorbij, met een rood ballonnetje en een stuk of tien lopers achter zich aan. Hij is er bijna, wij mogen nog 12 kilometer. We gaan de Kralingse Pas rond, dit keer linksom, en één voor één verdwijnen onze lopers. Er gaan ook een paar vooruit, dat is fantastisch natuurlijk. Bij de 35 kilometer zien we dat we een beetje voorliggen op ons schema. Maar de lopers die we nog bij ons hebben, ogen fris. We besluiten het tempo vast te houden, zodat we de lopers naar een mooie eindtijd kunnen brengen.

Na de veertig kilometer gaat het eigenlijk vanzelf. We draaien rechtsaf de Blaak op, en even later de Coolsingel. Het is dan nog ruim 500 meter naar de finish, maar de mensen aan de kant zorgen ervoor dat je dat nauwelijks merkt. Eenmaal over de streep feliciteren we de lopers. Ze hebben het fantastisch gedaan. Jack en ik blijven even wachten om de lopers van de groep op te wachten die het tempo iets hebben laten zakken, en feliciteren ook hen. Ik ben trots op ze. Een marathon blijft een marathon, en die ballonnetjes maken hem voor niemand korter. En dus ook niet lichter.

Gerry Visser

Zie ook de foto's


This page is linked to the home page of Gerry Visser