naar Gerry's homepage

Terug naar index <=> Verder naar volgende

Het Null concept van de Null Lauf

Drie weken geleden deed ik in Nijmegen mee aan de Zevenheuvelenloop. Vorige week stond ik in 's-Heerenberg aan de start voor de Montferlandrun. Wedstrijden met duizenden lopers, elke kilometer (van de vijftien) precies aangegeven en een exacte tijdmeting dankzij de Championchip. Leuk om te doen, zeker, maar alles op zijn tijd.

Afgelopen zaterdag stond ik om negen uur 's ochtends aan de start van de Null Lauf in het Duitse Georgsmarienhütte, net onder Osnabrück. Het concept van deze loop, in de jaren tachtig opgezet door Georg Rollfing, is heel eenvoudig: tweemaal per jaar, in december en juli, wordt er een ronde van vijftig kilometer gelopen langs het wandelpad rond het stadje Georgsmarienhütte. De wegmarkering is een 'nul' op bomen en bordjes, vandaar dat de loop de 'Null Lauf' wordt genoemd. Maar het Null concept houdt meer in. Georg Rollfing zegt het zo: "Null-Wettkampf, -Zeitnahme, -Startnummern, -Platzierungen, -Gebühren, -Streckenposten, -Stress und noch einige "Null"- mehr." Dat is duidelijk. Zo weinig mogelijk rompslomp, gewoon lopen en genieten.

En zo gaat het ook. Er is geen startstreep, geen startschot, geen tijdwaarneming, geen kilometeraanduiding, er zijn geen verkeersregelaars, geen richtingaangevers en er is geen finishdoek. Wat er wel is: veel sfeer, een prachtige omgeving, prima verzorgingsposten onderweg met warme thee, cola, banaan en water, en vooral: prettig loopgezelschap.

Rond negen uur staan Henk Harenberg en ik te luisteren naar de toespraak van Georg Rollfing. De helft ontgaat ons, maar door de toehoorders wordt veel en graag gelachen. Hij is ook serieus: hij adviseert ons om vooral in groepen te blijven lopen en te letten op de lopers met groene en rode hesjes. Deze mensen hebben de loop al vaker gelopen (de gele hesjes vijf keer, de rode hesjes tien keer, men mag zich dan 'Berg- und Talführer/Magister bergum et etalum' noemen) en weten dus de weg. Ook moeten we het verkeer op de doorgaande wegen goed in de gaten houden en voor degenen die hun tijd willen klokken: het vijftig kilometerpunt is bij de kerk. Hij wenst ons veel plezier en we gaan van start.

Henk loopt al snel vooruit en ik loop in een groepje met onder andere een vrolijke Duitse vrouw, die aan mijn tongval meteen hoort dat ik uit Nederland kom. Zijzelf ziet deze loop als trainingsloop, ze heeft na de zomer weinig gedaan en is van plan om bij de dertig kilometer te stoppen. Al pratend, lopend en lachend gaan de eerste tien kilometer snel voorbij. Het landschap is winters en landelijk, we lopen afwisselend over verharde wegen langs weilanden, over boerenerven en door de bossen van het Teutoburgerwald. De eerste verzorgingspost, bemand door mensen van het Duitse Rode Kruis, staat midden in het bos. Het is er gezellig, er wordt alle tijd genomen om te drinken en te eten en bij te praten. Als vanzelf vormen zich groepjes die weer op weg gaan. Al snel volgt er een steile klim naar een uitkijktoren. Deze klim is genoemd naar Willem Mutze, die hier al vele jaren komt. Het weer is grijs en nevelig, het beklimmen van de uitkijktoren heeft weinig zin en ik loop door, in gezelschap van een wat oudere Duitse loper. Hij woont al meer dan dertig jaar in de buurt en woont vrijwel aan het parcours, op het vijfentwintig kilometer punt. Hij zal daar ook stoppen, hij loopt nooit langer dan zo'n uur of drie.

Als hij linksaf slaat naar zijn huis, sla ik rechtsaf en volg de nullen. Even loop ik alleen maar al snel sluit ik aan bij een groepje van drie lopers, ze zijn collega's en lid van dezelfde loopvereniging. De avond voor de loop hadden ze een 'Weihnachts'-feesje van de loopclub en ze zijn het erover eens dat het uitstekend lopen is op witbier. De paden worden smaller en het landschap blijft glooien. De vrolijke collega's vallen zo nu en dan stil, het parcours wordt duidelijk zwaarder. Hun tempo ligt net wat hoger dan dat van mij en na een tijdje laat ik ze gaan. Nog een tijdlang hoor ik ze praten en lachen.

Ik word achterop gelopen door een man van een jaar of veertig, met een gps om zijn pols. Hij weet precies waar we zitten en hoe ver het nog is. Dat is prettig om te weten, ik had alleen mijn horloge als richtlijn. Maar het parcours is dermate veranderlijk dat ik geen idee heb wat mijn gemiddelde snelheid is en hoe ver ik al ben. Volgens de gps zijn we al voorbij het 35 kilometerpunt en bij de 36 zou de volgende verzorgingspost moeten zijn. En inderdaad, we gaan een hoek om en zien weer de vertrouwde bus van het Duitse Rode Kruis.

Het is prettig lopen met de Duitser. Niet alleen weet hij de weg en de afstanden, ook is hij aangenaam gezelschap. We hebben het over hardlopen, marathons, Prins Bernhard, het koningshuis, de Tweede Wereldoorlog, taalverschillen, cultuurverschillen, en ondertussen proberen we zo goed mogelijk over de halfbevroren bospaden te lopen en de nullen te volgen. Een man in een groen hemd die we achterop lopen, weet ons te vertellen dat een boom aan de weg de 'Marathon Eich' wordt genoemd, omdat hij exact op het marathonpunt staat. Volgens de gps klopt dat precies. Bij de vierenveertig kilometer staat de laatste verzorgingspost en we nemen er ruim de tijd voor. Het laatste stuk is niet zo zwaar, het parcours voert over verharde paden door het boerenland. Eén kronkelweg heet 'In Holland' en dat vindt de Duitser erg komisch. Ik ook wel eigenlijk. Dan steken we een rotonde over en lopen we het dorp Kloster Oesede weer in. Ik herinner me de woorden van Georg Rollfing en bij de kerk druk ik mijn stopwatch in. Vijftig kilometer in vijf uur, zeventien minuten en drieëntwintig seconden. Niet zo belangrijk, toch wel leuk om te weten.

In de Turnhalle van Kloster Oesede zit Henk al te wachten, hij was net binnen de vijf uur binnen. Er is onbeperkt koffie, thee, bier, brood, beleg en kerststol te krijgen en dat smaakt na het douchen uitstekend. Dan volgen de rituelen van de Null Lauf: het uitreiken van oorkondes en de rode en gele hesjes en het zingen van het Null-lied. Het lied duurt eindeloos en Henk en ik sluipen tijdens het zingen naar buiten, het is mooi geweest, we willen naar huis.

Volgend jaar juli is de volgende Null Lauf. Het is er gemoedelijk en gezellig, het parcours is prachtig, de verzorging uitstekend, de mensen aardig… genoeg redenen om er dan weer bij te zijn.


This page is linked to the home page of Gerry Visser