naar Gerry's homepage

Terug naar index <=> Verder naar volgende


Wolken

Het is een rustige, lome middag. Volgens de kalender is het al herfst, maar zo voelt het niet. Daar is het veel te warm en te zonnig voor.

Gistermiddag, bij de Huttenkloasloop, was het precies zo’n dag. Fijn voor het publiek, maar zwaar voor de lopers. Ja, ook voor mij. Ik voel het nog goed, de benen zijn nog stijf en stram.

Tijd dus voor een herstelloopje. Lekker rustig, het is veel te warm om je in te spannen. De warmte komt mij tegemoet als ik de deur open doe. Ik loop de straat uit, de hoek om en ik ben buitenaf. Koeien liggen loom te herkauwen in de wei. Een melkwagen rijdt mij tegemoet. De chauffeur stopt even als hij mij aan ziet komen en steekt een hand op. Een echtpaar heeft de fietsen tegen een boom gezet en zit op een bankje een appeltje te eten. Niemand heeft haast vandaag. Laat de dag maar lekker lang duren, houd het zomergevoel nog even vast. De winter is nog ver weg en duurt straks lang genoeg.

Al lopend zwerven mijn gedachten alle kanten op. Vaak vragen mensen mij waar ik onderweg allemaal aan denk als ik aan het lopen ben. Bij veel mensen, zeker bij diegenen die zelf niet lopen, leeft het idee dat je tijdens het hardlopen op de meest verheven gedachten komt. Maar zo werkt het niet, tenminste, niet bij mij.

Als ik moe ben, denk ik eraan dat ik moe ben en zoek ik een verklaring. Als ik fit ben, vraag ik me helemaal niets af maar loop ik gewoon lekker. Als ik met iemand anders loop, dan ben ik vooral aan het praten. En loop ik in een onbekende omgeving, dan ben ik vooral bezig met de route. Niets bijzonders, niets verheffends. Ik kan er niets fraaiers van maken.

In zijn boek Waarover ik praat als ik over hardlopen praat verwoordt Haruki Murakami het prachtig en - voor mij - heel herkenbaar: “De gedachten die in me opkomen tijdens het hardlopen zijn te vergelijken met de wolken aan de hemel. De wolken hebben allerlei vormen en afmetingen. Ze komen en gaan. Maar de hemel blijft altijd de hemel. De wolken zijn slechts gasten. Ze kloppen aan en verdwijnen weer. Alleen de hemel blijft waar hij is”.

Vandaag is de hemel wolkenloos. En denk ik heerlijk helemaal nergens aan.


This page is linked to the home page of Gerry Visser